Wil je graag lid worden?

Wil je graag zelf een artikel aanbieden?

een stadsprivilegie uit 1166
  • Martine Vanwelden
  • May 9th, 2025

Het stadsprivilegie van Giselbrecht uit 1066


Prof. Georges Declercq publiceerde in de 'Handelingen der Maatschappij voor geschiedenis te Gent' ( nummer 77 - 2024) een zeer interessante bijdrage over de vroegste geschiedenis van onze stad: 'Een vroegmoderne vervalsing. Het stadsprivilegie van Giselbrecht, heer van Oudenaarde, voor Pamele, uit 1166'. In dit onderzoek bekijkt de auteur kritisch de authenticiteit van een vermeend stadsprivilegie dat in 1166 zou zijn toegekend aan Pamele door Giselbrecht II van Oudenaarde. De auteur stelt overtuigend dat het charter een vroege moderne vervalsing is, vermoedelijk uit de 16e eeuw. Hij voert hiervoor verschillende argumenten aan, waaronder fouten in de genealogie (Giselbrecht was in 1166 nog geen heer), anachronistische termen zoals 'magistraat' en de vermelding van een poorterslijst — iets wat pas eind 13e eeuw opduikt. Ook de getuigenlijst bevat namen en titels die niet in een 12e-eeuwse context thuishoren. De oudst bekende versie van het document komt bovendien uit een kroniek van ca. 1580, wat een sterke aanwijzing is voor latere vervalsing. Hij beschrijft tot slot de mogelijke motieven van de falsaris en diens band met de politieke context van Oudenaarde.

Archief in de kijker
  • Stijn Lybeert
  • December 20th, 2022

Landmeterkaart Nonnemolen


We kennen de familie Van Verren in de historiografie van Oudenaarde als dé wandtapijthandelaars van de 17de eeuw. De eerste leden van de familie die in de tweede helft van 16de eeuw in Oudenaarde toekwamen waren echter landmeters. Pieter Van Verren was als landmeter de stamvader van de familie en later volgde Andries zijn vader op. In opdracht van de ontvanger van cotidianen van Sint-Walburga vervaardigde hij in het eerste kwart van de 17de eeuw een kaart van een land aan de Nonnemolen in Leupegem. Hierop werd de scheiding van de goederen aangeduid die het geschil van de opdrachtgever met de abdij van Maagdendale moest beslechten.

Archief in de kijker
  • Martine Vanwelden
  • April 8th, 2022

Wie was Wouter Ameyde?


Lang werd gedacht dat de Brugse makelaar Wouter Ameyde thuishoorde in een Kortrijks drapiersgeslacht. Maar het ledenregister van de Brugse makelaars is duidelijk: Woutre Ameyde gheboren te Oudenaerde, es bastaert. (bron: SAB, Oud Archief, nr.299: makelaars, ledenregister 1501-1756). Ameyde was niet alleen makelaar. Tussen 1498 en 1507 verhandelde hij enorme hoeveelheden laken uit Kortrijk, Menen en Harelbeke. Zijn boekhouding en een journaal bleven bewaard. Wie neemt de handschoen op en gaat op zoek naar de Oudenaardse origine van deze commerciële duizendpoot?

Archief in de kijker
  • June 6th, 2019

Een Oudenaards tapijtsier in Brugge


In de Brugse procuratieboeken van 1521-1522 staat te lezen dat op 15 april 1521 de Oudenaardse tapijtsier Jacop Ghyselin schulden had bij de Spaanse koopman Franciscus de la Torre, woonachtig in Brugge. De Spanjaard geeft procuratie aan mannen met vertrouwde Oudenaardse namen: de le Vael, vander Moten en van Bareghem.

Archief in de kijker
  • January 28th, 2019

Adriaen de Brauwere in 1647


Op 20 juli 1647 duikt in register 89 van 'Acten en contracten' een merkwaardige akte op. Jacques vanden Hove stelt zich daarin borg voor een arrest van cipier Jaques Bertyn. Blijkbaar heeft ene Adriaen de Brauwere nog schulden bij Jan de Tavernier voor huishuur, vlas en een paar 'muylen' en bevinden Adriaens meubelen zich samen met wat graan op een zolderkamer in het Zwart-Zusterhuis. Ondanks zeer grondig en langdurig onderzoek naar de familie de Brauwere, is vooralsnog niemand erin geslaagd deze Adriaen te situeren in de Oudenaardse familie de Brauwere of te linken aan de schilder Adriaen Brouwer, aan wie Oudenaarde in 2018 een mooie en geslaagde overzichtstentoonstelling wijdde.

Archief in de kijker
  • January 28th, 2019

Brief Arnoldus Rekendaele


In 2018 mocht het stadsarchief van Oudenaarde een schenking van de familie Vandermeersch ontvangst nemen. Daarin troffen we een opmerkelijke brief van Arnoldus Rekendaele aan zijn vader uit 1643. Hij reisde voor een familiekwestie naar het verre Ellexnitz (vandaag Tsjechië) en kwam tijdens zijn reis middenin de Dertigjarig Oorlog terecht die in het Duitse Rijk woedde. Hij beschrijft hoe de Beierse troepen voor Niemarck (Neumarkt) en Nürnberg (Neurenberg) hun kampen opzetten. Daardoor zat hij met een karavaan kooplieden vier weken geblokkeerd in de voornoemde stad.